Co Westerik
Co Westeriks (Den Haag, 1924) schilderijen laten zien hoe hij naar de wereld kijkt. Het zijn scherpe observaties waarin de mens en de natuur centraal staan. Zijn schilderijen zijn beschouwingen en hoewel ze soms een geheel eigen wereld lijken te impliceren, zijn er wel degelijk herkenbare elementen van deze tijd in te ontdekken: een bril, klok, radio, mes of platenspelerVanaf de jaren 50, de periode waarin Westerik debuteert, neemt zijn werk een eigen plek in en onderscheidt het zich grotendeels van de heersende kunststromingen op dat moment. Westerik laat zich leiden door zijn fascinatie voor de kunst van de Nederlandse primitieven en de Italianen van de vroege renaissance. Dit is terug te zien in de manier waarop hij met perspectief speelt: of iets of iemand ligt of staat is niet altijd duidelijk.
In de serie Snijden aan gras, waarvan Westerik de eerste in 1966 schildert, is te zien hoe sprieten gras, ware het messen, een wond aanbrengen in een vingertop. Westerik heeft extreem ingezoomd en het perspectief is vertekend. Westeriks voorstellingen of figuren bevinden zich in een wereld die doet denken aan de realiteit, maar die de toeschouwer tegelijkertijd een visie op een mogelijke werkelijkheid laat zien.
Een waar grote mieren over een geruit tafelkleed lopen terwijl een meisje toekijkt, waar een gigantische vinger met daaraan twee bloeddruppels boven een – in verhouding veel te klein – bord hangt en waar mensfiguren tot aan hun schouderbladen in een moeilijk te definiëren massa zijn weggezakt.
Westerik maakt onderschilderingen met eitempera en werkt deze vervolgens uit met olie- of alkydverf. Naast schilderijen maakt Westerik tekeningen, aquarellen, zeefdrukken, lithografieën en etsen.
Westerik studeerde aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag (1942-1947). Zijn werk maakte deel uit van de Biënnale van Venetië (in 1962 en 1982), de Biënnale van Parijs (in 1959 en 1985) en de Biënnale van São Paulo (in 1965) en was te zien in Museum Boijmans Van Beuningen (Rotterdam), het Stedelijk Museum Amsterdam, het Paleis voor Schone Kunsten (Brussel) en het Gemeentemuseum Den Haag.