Juul Kraijer
Een en profiel gepositioneerd hoofd met uit de neus een vertakkende ader, een figuur met ruggenwervels in de vorm van vogelkoppen, een hoofd op het lichaam van een slang: Juul Kraijer (Assen, 1970) tekent wat anatomisch gezien niet mogelijk is. Haar tekeningen verbeelden ‘belichaamde gemoedstoestanden’; geen reële situaties.Kraijer laat in haar werk veel niet zien. Er is zelden sprake van perspectief, een omgeving, kleding of meubels. In plaats daarvan worden de figuren omringd door leeg papier. Bovendien trekt ze haar figuren grotendeels op uit lijnen, slechts enkele onderdelen vult ze in. Het materiaal waarmee Kraijer werkt, houtskool en pastel, versterkt de leegte in haar tekeningen: het is los en poederig en heeft een ijle en zachte uitstraling. Gummen en vegen is voor Kraijer haast net zo belangrijk. Wat er te zien was, laat ze deels zichtbaar. Eerdere posities van het lichaam blijven als sporen op het papier achter.
De figuren in Kraijers tekeningen zijn in zichzelf gekeerd. Meestal zijn de ogen geloken en bewust niet omlijnd door wimpers of wenkbrauwen. Ze lijken zich volledig over te geven aan de verwordingen en gedaanteverwisselingen die Kraijer over hen uitstort. Het is alsof hun binnenwereld zich uitdrukt via de tientallen padden, uilenkoppen of tongen die zich op hun hoofd of lichaam bevinden.
Maar welke gemoedstoestand dat dan is? Kraijer: “De fusie van onverenigbare entiteiten, geforceerd doch van een kalme vanzelfsprekendheid, resulteert in een kortsluiting van de ratio. Even is er ruimte voor een andere vorm van het ontwaren van betekenis. Dit mechanisme is analoog aan dat van de beeldspraak. Iedere tekening behelst een stijlfiguur: een simile of een metafoor.”
Kraijer volgde haar opleiding aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam (1989-1994). Ze studeert af met tekeningen en jarenlang is dit het enige medium waarbinnen ze werkt. Door de jaren heen zijn daar de disciplines beeldhouwkunst en fotografie bijgekomen. Kraijers werk maakte deel uit van tentoonstellingen in het Stedelijk Museum Schiedam, Kunstverein Arnsberg, het Gemeentemuseum Den Haag en Kewenig Galerie (Keulen).
Lisa Boerstra
Lisa Boerstra groeide op Curaçao en Aruba op, ging er naar school en spreekt vloeiend Papiaments. Ze maakte haar eindexamenfilm Dushi, over de vrouwen van Curaçao, de achterkant van het verhaal van de bolletjesslikkers dat we kennen uit de krant.
Voor ze naar de filmacademie ging, studeerde ze kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Haar eerste lange film maakte ze over de kunstenaarstweeling Liesbeth en Angelique Raeven: L.A. Raeven – De verbeelding voorbij. De film was te zien in de competities van verschillende internationale festivals o.a. in Chicago, Edingburgh en IDFA.
Kunst en cultuur onderwerpen staan vaak centraal in haar films. Ze maakte drie portretten van kunstenaars voor de Hollandse Meesters, één Literaire Meester. Een film over de beleving van het festival Lowlands: Life @ Lowlands.
Haar meest recente film is The Lady in Black over de Vlaamse choreograaf Ann Van den Broek