Aernout Mik
In het werk van Aernout Mik (Groningen, 1962) gaan videobeelden en architectuur een nauwe relatie met elkaar aan. Mik toont zijn videowerk in ruimtelijke, architecturale structuren die hij zelf ontwerpt. Het zijn omgevingen waarin het werk een fysieke ervaring wordt; de videowerken zijn als het ware sculpturen waar de toeschouwer zich tot moet verhouden.Op verschillende manieren creëert Mik een situatie waarin de toeschouwer van zijn werk op een andere manier wordt aangesproken. Om te beginnen projecteert hij zijn video’s bijna altijd op gelijke hoogte met de vloer. Daarnaast zorgt hij ervoor dat de verhouding waarin zijn beelden geprojecteerd worden zodanig is dat de mensen die erin voorkomen ongeveer even groot zijn als de toeschouwer. Bovendien zijn Miks videowerken stil; ze hebben geen geluid. Menselijke maat, lichaamstaal, identificatie, herkenning en distantiëring komen hierdoor in het spel. Het lichaam van de toeschouwer relateert zich tot de andere spelers, zijnde de mensen in het beeld, de ruimte en de andere aanwezigen in die ruimte.
Mik is gefascineerd door hoe mensen zich gedragen. In veel van zijn video’s zien we grote groepen mensen die samenkomen. Meestal op publieke plekken zoals een rechtbank, schoolplein of vliegveld. Miks video’s zijn geënsceneerde situaties. Hij laat zich inspireren door beelden uit de massamedia en zet deze vervolgens naar zijn hand. Er is geen sprake van een klassieke filmopname met een script. Mik werkt met figuranten die hij in een bepaalde ‘basissituatie’ plaatst. Gerepeteerd wordt er niet. Dit is een bewuste keuze, hierdoor gaan de figuranten zelf invulling geven en krijgt het werk een geheel eigen dynamiek. Miks werkwijze zorgt voor een mengeling tussen chaos en controle. Het geeft het werk een bepaalde ambiguïteit. Wie ervan getuige is, zal zich ongetwijfeld afvragen of het echt is waarnaar hij kijkt.
“Het is niet dat ik mensen op een verkeerd been wil zetten, het is niet dat ik ze wil belazeren met iets, maar ik wil wel dat de beelden een directheid hebben waardoor je je wel de status van de beelden kunt afvragen. Is het echt of is het niet echt? Ik probeer eigenlijk altijd iets van beide erin te hebben. Omdat je in die ambivalentie eigenlijk je ook iets van het vanzelfsprekende aura van het beeld ter discussie stelt.”
Verwarring, verschuiving en verstoring zijn op verschillende niveaus in Miks werk aanwezig. Doordat de videowerken geprojecteerd worden op ruimtelijke structuren, gebeurt het dat bezoekers tussen twee video’s door de ruimte binnenkomen en door het beeld moeten lopen. De bezoeker is een deelnemer, hij kijkt en wordt bekeken. Bezoekers verhouden zich niet alleen tot het werk, maar ook tot elkaar. Mik creëert met zijn ‘video-installaties’ letterlijk de ruimte om anders te kunnen kijken en denken.
Mik volgde zijn opleiding aan Academie Minerva in Groningen (1983-1988) en aan De Ateliers (1987-1988). Werk van Mik maakte deel uit van het Nederlands paviljoen tijdens de 52ste Biënnale van Venetië in 2007 en was te zien in MoMA (New York), Museum Folkwang (Essen), het Stedelijk Museum Amsterdam en Jeu de Paume (Parijs).