Sigurdur Gudmundsson
Klaas Gubbels
Peter Struycken


Klaas Gubbels

Het gewone, in de meest pure vorm die je kunt bedenken. De hoofrolspelers in het oeuvre van Klaas Gubbels (Rotterdam, 1934) zijn een koffiepot en een tafel. “Ik heb een beperkt aantal onderwerpen. Ik ben eigenlijk bijna totaal intuïtief. Ik laat het op me afkomen. Alles, alles, alles.”

In de schilderijen van Gubbels is de koffiepot – door hemzelf meestal ketel genoemd – als het ware een personage. Hij zit op een stoel aan een tafel of ontmoet in het platte vlak andere bontgekleurde ketels. De uiterlijke kenmerken van de koffiepot lopen uiteen: een dubbel handvat, de vorm van een hart, meerdere tuiten en zelfs benen. Gubbels zegt het eentonige uit te willen buiten. Dus is het onderwerp keer op keer hetzelfde. Het werk daarentegen is altijd anders. Gubbels verwoordt het als volgt wanneer hij spreekt over zijn serie Super saaie stillevens: “Ik wil bewust dat saaie omdraaien. Dus dat het saaie iets is.”

Wat poets je wel weg en wat niet? Gubbels wikt en weegt of hij de houtskoollijnen, die soms naast de contouren van de geschilderde vlakken lopen, al dan niet weg moet halen. Hij is niet voor het mooier maken van een schilderij. “Achterlijke, strenge regels” – Gubbels eigen woorden – weerhouden hem ervan. Een schilderij moet in principe blijven zoals het is; esthetiek mag geen leidraad zijn.

Het beperkte aantal onderwerpen dat Gubbels als uitgangspunt neemt, bestaat naast de tafel en de koffiekan voornamelijk uit een stoel, kopje en af en toe een fles of trechter. De ene keer geschilderd in helder blauw of vlammend rood, dan weer in sobere grijstinten.

Behalve schilderijen maakt Gubbels grafiek en sculpturen. Hij studeerde aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam (1951-1952) en vervolgde zijn opleiding aan de kunstacademie in Arnhem (1952-1958). Tentoonstellingen van zijn werk waren te zien in onder meer Museum Arnhem, Paleis Soestdijk (Baarn) en Livingstone Gallery (Den Haag).



Volgende kunstenaar: Peter Struycken
Alle kunstenaars
REGISSEUR VAN DIT PORTRET:

Cherry Duyns


Cherry Duyns is vóór alles een verhalenverteller. Daartoe bedient hij zich van uiteenlopende media: film, theater, tv. Bovendien heeft hij een bijzonder literair oeuvre op zijn naam staan, met romans als De zondagsjongen, Dante’s trompet en De Chinese knoop, en schreef hij opstellen over beeldende kunst.

Duyns werd in 1944 geboren in Wuppertal. Hij werkte als redacteur bij het weekblad Haagse Post en legde zich bij de Vpro toe op het maken van documentaires. Van zijn talloze films, niet zelden met zijn sonore stem op de geluidsband, zijn er verschillende onderscheiden. Voor het drieluik Levensberichten, over de oncologieafdeling van het VUMC, won hij de Nipkowschijf, en zijn kunstdocumentaire De wording werd bekroond met een Gouden Kalf. Voor de film De droom van de beer, over de teloorgang van Sovjet-circus, werd hem in 2001 de prestigieuze Prix Europa toegekend.

Samen met trompettist André Heuvelman maakte Duyns de theatervoorstellingen Windkrachten, met sopraan Barbara Hannigan en slagwerker Peter Prommel, Kwam een vogel gevlogen. Hij stond bovendien ook zelf op de planken: met schilder en schrijver Armando schreef én speelde Duyns bijna een kwart eeuw Herenleed, zowel voor de televisie als in het theater. De ondertitel van dat programma gaat op voor Duyns’ gehele oeuvre: vertellingen ‘van weemoeden verlangen’. Muziek vormt in dat oeuvre een belangrijke rode draad. Met Reinbert de Leeuw maakte Duyns in de jaren 90 voor de Vpro Toonmeesters, een achtdelige documentairereeks over de eigentijdse componisten Messiaen, Kagel, Vivier, Ligeti, De Vries, Goebaidoelina, Górecki en Oestvolskaya. Ook verfilmde hij Reinbert de Leeuws compositie Im wunderschönen Monat Mai, met een hoofdrol voor Barbara Sukowa. In 2013 voltooide Duyns de film Mishaenzovoort, die hij maakte over het aangrijpende afscheid van improvisatielegende Misha Mengelberg van de internationale podia.

In oktober 2014 werd Cherry Duyns voor zijn unieke culturele bijdragen benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Over zijn werk verscheen in 2006 de monografie Herfstlied van John Heymans.


Regie: Cherry Duyns
Camera: Erik van Empel
Geluid: Menno Euwe
Montage: Ulrike Mischke

Volgende kunstenaar: Peter Struycken
Alle kunstenaars