Hans van Houwelingen
Hans van Houwelingen (Harlingen, 1957) zoekt in zijn werk een relatie tussen kunst, ideologie en politiek. Hij maakt interventies die iets zeggen over onze samenleving.Van Houwelingen werkt vaak met al aanwezige ‘ingrediënten’. Zo zamelt hij voor Sluipweg (waarlangs de dood heeft weten te ontsnappen) meer dan tweehonderd grafstenen in waarmee hij een slingerend pad rond Kunstfort Vijfhuizen aanlegt. In 2010 vraagt de gemeente Rotterdam hem een monument voor gastarbeiders te ontwerpen. Van Houwelingen komt met een voorstel om het bestaande, in slechte staat verkerende, constructivistische kunstwerk van Naum Gabo – dat zich bevindt in het centrum van Rotterdam – te laten restaureren door een gastarbeider die daarin gespecialiseerd is en het zo tot Nationaal Gastarbeidersmonument te maken. “Vaklieden, hedendaagse gespecialiseerde gastarbeiders die het beeld restaureren en het weer in topconditie brengen. Zij benaderen de wederopbouw spiegelbeeldig. Deze keer wordt het monument wederopgebouwd, verrijst het zelf uit de puinhoop van zijn slechte conditie”, beschrijft Van Houwelingen in zijn plan.
Een ander voorbeeld van een interventie waarin Van Houwelingen werkt met wat reeds aanwezig is, is De zuil van Lely (2002-2004). Voor dit werk plaatst Van Houwelingen het bestaande, drie meter hoge bronzen standbeeld van ingenieur Cornelis Lely, dat destijds in Lelystad stond, op een tweeëndertig meter hoge zuil.
Een ingreep waarmee hij dat wat reeds aanwezig is opnieuw en op een andere manier zichtbaar maakt. De classicistische zuil symboliseert de teloorgang van het modernistische ideaal van Lelystad; een gecreëerde stad onderhevig aan een enorme leegloop.
“Wanneer mij gevraagd wordt een kunstwerk in de openbare ruimte te ontwerpen, moet ik de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht nemen, proberen alle factoren die van belang zijn te overzien en toch niet aan mezelf voorbij te gaan. Ik moet mij concentreren op de vraag: bestaat de openbare ruimte nog en zo ja, hoe kan hij worden gedefinieerd en gekarakteriseerd, en hoe kan mijn werk in die situatie bestaan? Als er na het beantwoorden van die vragen sprake kan zijn van beeldende kunst, dan is dat meegenomen…”
Van Houwelingen studeerde aan Academie Minerva in Groningen (1978-1984) en de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam (1985-1988). Zijn werk maakte deel uit van tentoonstellingen in het Middelheimmuseum (Antwerpen), Museum de Fundatie (Zwolle), Stroom Den Haag en het Van Abbemuseum (Eindhoven).